In het voorjaar van 1996 is het koor “ ’t Scheepstuygh” ontstaan uit een groep enthousiaste leerkrachten van de Gemeentelijke Scholengemeenschap Schagen, het huidige Regius College Schagen.
De oprichtingsstatuten dateren van 23 april 1999, opgemaakt door Notaris Vrieling. Inschrijving vond destijds plaats bij de Kamer van Koophandel op 11 mei 1999.
Het koor bestaat uit “jonge mannen” die het zingen van shanties, forebitters en ankerspilliederen daterend uit de bloeitijd van de handelsscheepvaart 1820 tot 1930 tot een plezierige, gezellige en uiterst serieuze bezigheid hebben verheven.
In februari 2003 werd de 1e CD uitgebracht met als titel “Up She Goes”, gevolgd in maart 2005 door “Anchors Away” inmiddels is de 3e CD een feit en uitgebracht in april 2014 met als titel "3 keer is Scheepstuygh". Deze CD is gedeeltelijk tot stand gekomen i.s.m. de Sea Side Jazzband, vandaar de ondertitel "Shanty meets Dixie" een geslaagd experiment.
Het koor staat onder leiding van dirigent Gerrit van de Belt, instrumentaal ondersteund door; banjo/gitaar Johan Kloos, basgitaar Bart van Hoof, accordeon Sita Kistemaker en Arie Wit en keyboard Willem van de Sande c.q. Gerard Stoop.
Geschiedenis van de Shanty
Een Shanty ís een lied dat, ruim een eeuw geleden, aan boord van de grote zeilschepen werd gezongen. De glorietijd van de Shanty ging gelijk op met de bloeitijd van de handelsscheepvaart. In de periode 1820 tot 1930 was de wereldhandel afhankelijk van de grote zeilschepen die koopwaar van verre havens en vreemde oorden over de oceanen vervoerden. De bemanning, vaak sterke, jonge mannen, deden het zware werk aan dek, in het tuig en op de ra’s. Gevaarlijk werk, slecht weer, bittere kou en zware stormen eisten hun tol. Velen zeelieden kregen een zeemansgraf.
Shanty:
De Shanty is een werk lied. Zingen tijdens het werk maakte het zware werk wat minder moeilijk en ”vele handen maakten licht werk”. De Shanty is een lied met coupletten en refreinen. Eén van de matrozen fungeerde als Shantyman, hief een ritmisch lied aan en de overige bemanning brulde het refrein mee en liep ondertussen te buffelen aan de kaapstander, of trok aan ankertouwen en hees de zeilen. Hoe sneller de Shantyman zong des te sneller liepen en trokken de kerels. Zo ontstond de uitdrukking; ’A good Shantyman is worth four hand on the rope”. Als het werk langer duurde dan het lied, verzon hij ter plekke nieuwe coupletten. Vaak hoe schunniger hoe beter. Drank, vrouwen, zeemeerminnen en bijgeloof, slechte koks. Hardhandige, drankzuchtige kapiteins en stelende officieren, zingend kon je op alles en iedereen schelden. Waagde het niet dat uit te spreken; lijfstraffen waren aan boord zeer gebruikelijk. Er waren verschillende vormen van Shanties, bij de pompen werd er een ander ritme en een ander lied gezongen dan bij het hijsen van de zeilen. Zo ontstond er Shanties voor hauling en heaving, pomp Shanties, kaapstander Shanties en ballast Shanties. Over de hele wereld werden de Shanties gezongen en zeelui die van schip naar schip wisselden brachten ze steeds verder, onderwijl wisselden de teksten vrolijk mee. Toen na de slaventijd de Amerikaanse negers ook deel uitmaakten van de bemanningen werden de Shanties meer en meer harmonischer gezongen en tot een ware kunstvorm verheven. .